TSARA WIKI
Plantenwereld Madagaskar, een unieke flora
Unieke flora
Zo'n 165 miljoen jaar geleden raakte Madagaskar los van Gondwanaland, het oercontinent.
Daardoor voltrok de evolutie van plant en dier zich op een geheel eigen wijze.
Dier- en plantensoorten bleven op Madagaskar intact, terwijl ze op andere continenten,
vaak zeer negatief beïnvloed door de aanwezigheid van de mens, uitstierven.
Toch heeft ook de natuur op Madagaskar sinds de komst van de eerste kolonisten veel te lijden gehad.
Al snel werden grote delen van het regenwoud weggekapt.
Gevarieerd landschap
Het gevarieerde landschap van dit grote eiland is verder een factor die de diversiteit in de flora en
fauna bevorderd heeft. Zo komen zes complete plantenfamilies alléén op Madagaskar voor en verder
meer dan duizend
soorten orchideeën, duizenden cactussoorten. Opmerkelijk is dat veel van deze soorten pas ná de breuk
met het Afrikaanse vasteland op Madagaskar terecht kwamen.
Door de oostelijke bergketen van Madagaskar ligt het grootste deel van het eiland in de regenschaduw,
hier valt beduidend minder regen dan aan het smalle gedeelte ten oosten van de bergketen.
Dit draagt bij aan de grote biodiversiteit van het totale eiland. Conservation International
classificeerde het eiland daarom als een 'hotspot voor biodiversiteit'.
Dankzij deze bijzondere ecologie wordt Madagaskar door sommige biogeografen het 'achtste continent' genoemd.
De verscheidenheid aan plantensoorten enorm. Er komen meer dan tienduizend soorten op
Madagaskar voor, waarvan 80% inheems is!
Hoewel door "tavy" (het kappen van bomen en daarna verbranden van de grond) grote delen van Madagaskar
boomloos zijn, komen alle soorten bossen nog wel ergens op het eiland voor. Geïmporteerde soorten
zoals de eucalyptus vormen een bedreiging voor de inheemse soorten.
Evergreens
Het tropisch regenwoud wordt gedomineerd door de zogenaamde "evergreen trees", dat zijn bomen
die gedurende het hele jaar hun bladeren behouden. Ze kunnen 30 meter hoog worden en op één
hectare regenwoud kunnen wel 250 verschillende soorten voorkomen. Andere "evergreen"-soorten
zijn de tapiaboom, negen soorten mangrovebomen en cactusbomen.
De rest van het bomenbestand van Madagaskar verliest zijn bladeren in het droge seizoen.
Voorbeelden hiervan zijn de banyan-vijgenboom en de gigantische tamarinde.
Ravenala madagascariensis (Traveller's Tree)
Reizigersboom / Traveller's Tree
De reizigersboom (Ravenala madagascariensis) is een van de bekendste planten van Madagaskar.
Hij wordt zo genoemd omdat deze "traveller's tree", is genoemd naar het water dat in de grote bladeren
blijft staan en zo reizigers in vroeger tijden van water voorzag. Deze boom is ook
het symbool van de nationale vliegmaatschappij, Air Madagascar.
De soort vormt het monotypische geslacht Ravenala. De plant wordt tot 30 meter hoog en is de eerste tijd
nog stamloos. De bladeren lijken op die van een bananenplant. Ze zijn 1 tot 4 meter
lang met een lange steel. Het blad heeft een middennerf met vrijwel recht afstaande
zijnerven, waartussen het blad is ingescheurd, waardoor het blad een veerachtig uiterlijk heeft.
Jonge bladeren zijn gaafrandig en nog niet ingescheurd.
De bloemen zijn
tot 20 cm lang en bestaan uit zes kroonbladeren. Van de kroonbladeren
zijn er altijd twee vergroeid tot een schede, waarbinnen zich zes meeldraden bevinden.
De bloemen worden op Madagaskar bestoven door lemuren, die zich voeden met de
nectar van de bloemen.
Baobab
De beroemdste boom van Madagaskar is de baobab. Het zijn dikke, ronde bomen met een platte kroon.
Ze kunnen dertig meter hoog worden en de stammen kunnen zestigduizend liter water vasthouden.
Op Madagaskar komen zeven soorten voor, die wel tweeduizend jaar oud kunnen worden.
De boom speelt een rol in talloze Afrikaanse mythen en legenden.
De schors, de vruchten, de bladeren,
het hout, bijna alles van deze boom wordt door de bevolking gebruikt:
De sponsachtige stam van de baobab bevat een grote hoeveelheid water, dat afgetapt kan worden via een gat in de stam.
De stam wordt gebruikt voor dakbedekking of als trog voor het vee.
De vruchten van de baobab bevatten olie waarin gebakken wordt.
Verder wordt de harde ronde schil gebruikt als waterkom.
Le baobab amoureux
Ongeveer 7 kilometer ten noordwesten van de Allée des baobabs bevinden zich twee in elkaar gestrengelde baobabs, bekend onder de naam
le baobab amoureux .
Volgens de legende waren er in de nabijgelegen twee dorpen een jongen en meisje die verliefd op elkaar werden.
Ze konden echter niet met elkaar trouwen omdat zij in hun eigen dorp al toegewezen waren aan een andere partner.
Ze riepen de hulp in van hun God en zo werden er twee bomen geboren die voor eeuwig in elkaar
gestrengeld zouden samen blijven als teken van hun liefde..
Varens en palmen
Varens kwamen al 350 miljoen geleden op de aarde voor toen Madagaskar nog aan Afrika vastzat.
Met name de grote boomvarens domineerden het landschap toen. Kleinere soorten varens komen nu
nog steeds in groten getale voor in de regenwouden aan de oostkust, maar leven nu in de schaduw
van grotere bomen. Ongeveer 170 soorten palmbomen komen op Madagaskar voor, waarvan er 165
nergens anders voorkomen. Er zitten enkele zéér bijzondere soorten bij zoals de raffia-palm,
de verenpalm en de Ravenea musicalis. Deze palmsoort begint onder water te groeien!
palmen komen over het gehele eiland voor, zelfs in de buurt van woestijngebieden.
Alleen al in de laatste tien jaar zijn er vijftig nieuwe soorten ontdekt.
Talipot palm (zelfmoord palm)
Zelfmoord palm
De bloemkroon van deze Talipot Palm is enorm.
Per boom kunnen meerdere miljoenen bloemetjes aanwezig zijn.
Dit gebeurt maar één keer in het leven van de palm, ongeveer als hij 30 tot 80 jaar oud is.
De top van de boom wordt dan zo zwaar, dat hij omklapt. Hierdoor kunnen insecten de bloemetjes makkelijk bestuiven.
Het duurt een jaar voordat vanuit deze bloemetjes vruchten zijn gegroeid. Daarna gaat de boom dood.
Vandaar dat de palm de bijnaam zelfmoordpalm heeft.
Orchideeën
Orchideeën
Er komen meer dan 1000 soorten orchideeën voor op het eiland, meer dan in heel Afrika samen.
De meeste soorten leven op de bomen van de regenwouden in het oosten en hebben de meest uiteenlopende
kleuren, patronen, afmetingen en vormen. Overal waar minder dan 400 mm water per jaar valt,
overheersen de vetplanten. Ze slaan water op in hun bladeren, stam of wortels en overleven
daardoor het droge klimaat. Aloë's zijn bekende vetplanten waarvan het lijkt of de bladeren
rechtstreeks uit de grond komen.
Didieraeceae, voorkomend in het droge zuidwesten, zijn zeer intrigerende planten voor botanici.
Het is namelijk een complete familie planten die nergens anders op de wereld voorkomt en
opvalt door zijn bizarre vormen.
Regio's en soorten vegetatie
Het eiland kent een groot aantal plantenfamilies die zeldzaam zijn buiten Madagaskar en vijf
endemische plantenfamilies, namelijk de Asteropeiaceae, de Barbeuiaceae, de Physenaceae,
de Sarcolaenaceae en de Sphaerosepalaceae. Bijna endemisch is de familie Didiereaceae,
buiten enkele gebieden op het vasteland van Afrika komt deze vrijwel uitsluitend voor
in het doornig struweel in het zuidwesten. De droge loofbossen van Madagaskar in
het westen worden voornamelijk gekenmerkt door lianen, tamarindes en Madagaskars beroemde baobabs.
Madagaskar huisvest zes van de acht verschillende baobabsoorten, de overige twee worden
aangetroffen in het vasteland van Afrika en in Australië.
Laaglandbossen van Madagaskar
Masoala National Park
Laaglandbossen van Madagaskar
Dankzij de gunstige ligging ten oosten van de bergrug die langs de gehele oostkust van
Madagaskar loopt hebben de laaglanden het hoogste percentage van biodiversiteit.
Duizenden plantensoorten zijn endemisch in deze ecoregio, 82% is endemisch voor deze regio.
Subtropische bossen van Madagaskar
Deze subtropische wouden liggen voornamelijk in Centraal-Madagaskar en heeft een groot
aantal endemische soorten in de overgebleven bossen en moerassen. Deze bossen en moerassen
zijn echter klein en worden omringd door graslanden en landbouwgronden. Deze ecoregio heeft
het hoogste percentage bedreigde planten- en diersoorten, sommigen zijn hier reeds uitgestorven.
Loofbossen
(Adansonia suarezensis)
Droge loofbossen van Madagaskar
Deze tropische droge wouden liggen voornamelijk in het westen van Madagaskar en deze
hebben het hoogste gehalte aan biodiversiteit en endemisme van alle tropische droge
wouden ter wereld. In deze ecoregio bevinden zich ook Madagaskars beroemde kalksteenformaties,
bekend als de Tsingy (Malagassisch voor een formatie van geërodeerde kalksteen)
Doornig struweel van Madagaskar
Doornig struweel van Madagaskar
Deze extreem droge ecoregio in het uiterste zuiden is uniek in de wereld, 95% van alle
planten hier zijn endemisch voor deze regio. De voornaamste begroeiïng in dit gebied zijn
planten van de familie Didiereaceae. Het gebied huisvest ook een groot aantal dieren die
endemisch zijn voor de regio.
Succulente boslanden
(Alluaudia procera)
Succulente boslanden van Madagaskar
Deze ecoregio met een tropisch droog klimaat ligt in het zuidwesten en bestaat uit een
mozaïek van succulente begroeiing afgewisseld met droge wouden. De regio huisvest dieren
die endemisch zijn voor deze regio en zich zodanig hebben aangepast aan de omgeving dat
ze nergens anders kunnen overleven.
Mangrovebossen van Madagaskar
Mangrovebossen van Madagaskar
Deze mangroven liggen verspreid over de westkust van het eiland. Gelegen tussen Straat van
Mozambique en de centrale bergmassieven van Madagaskar zijn deze bossen beschermd tegen
de moessonwinden, wat voor een voor Madagaskar uniek klimaat zorgt. Alhoewel deze ecoregio
weinig verschillende plantensoorten kent, vindt men hier veel soorten die endemisch voor de
regio zijn.
Bedreiging
De ontbossing van Madagaskar is al decennialang een groot milieuprobleem. Door de ontbossing
en de daaruit vloeiende verwoestijning heeft Madagaskar ruim 90% van zijn oorspronkelijke
bossen verloren. 70% van de oorspronkelijke bossen verdwenen tussen 1895 en 1925 onder
Franse heerschappij. Wat in 1953 aan bossen resteerde, is in de zestig jaar daarop weer
gehalveerd. Door deze grootschalige ontbossing kan Madagaskar niet genoeg drinkwater en
voedsel produceren voor zijn bevolking, wat weer bijdraagt aan de armoede van het eiland.
De minst bedreigde ecoregio is het doornig struweel van Madagaskar, dankzij de lage
bevolkingsdichtheid is veel begroeiing intact gebleven. In de droge loofbossen van Madagaskar
zijn om dezelfde reden meer wouden intact dan bijvoorbeeld de wouden in de centrale hooglanden.
Veel van Madagaskars bossen zijn verdwenen door indirecte oorzaken, zoals de opwarming van de Aarde.
Er zijn ook veel directe oorzaken, zoals overmatige begrazing, brandlandbouw, houtkap en
introductie van exotische plantensoorten die inheemse soorten verdringen.
Brandlandbouw
Al vanaf hun eerste immigratie maakten de inwoners van Madagaskar vruchtbare landbouwgrond
voor hun rijstvelden en koffieplantages door bossen af te branden (in het Malagassisch tavy
genoemd), een methode die hun voorouders mee hebben genomen vanuit Borneo. Ook worden bossen
afgebrand om houtskool te produceren of ruimte te maken voor weidevelden voor de zeboes van
inheemse veehouders. Tot aan de kolonisatie van Madagaskar door Frankrijk is de brandlandbouw
de voornaamste oorzaak van de ontbossing van Madagaskars wouden.
Toen Madagaskar een Franse kolonie werd, startte de Franse regering met het verbeteren van
de infrastructuur en bouwde mijnen, fabrieken en koffieplantages in Madagaskar.
Toen de economie van Madagaskar achteruitging, probeerden veel werkloze Malagassiërs wat
bij te verdienen door in steenkoolmijnen te werken. Om nieuwe mijnen te graven werd ook
brandlandbouw toegepast.
Bij herhaaldelijk verbranding van de bodem raakt het uitgeput of geërodeerd, zodat
herstel vrijwel onmogelijk wordt.
Illegale houtkap
De handel van illegale gekapt hout is al tientallen jaren een voorname oorzaak van de ontbossing.
Er is een grote vraag naar duur, fijnkorrelig hout als ebbenhout en palissander.
Houthakkers kappen zeldzame bomen van het geslacht Dalbergia en exporteerden het verkregen
palissanderhout naar China als grondstof voor meubels en muziekinstrumenten.
Deze en andere endemische plantensoorten zijn nu ernstig bedreigd of reeds uitgestorven.